Van 21 naar 42 in zes weken
Augustus 2013.
Liever lui dan moe. Dagelijks met de auto naar het werk, een zittend beroep en een voorliefde voor lekker eten en speciaalbieren. En chips, veel chips. Een halve zak per dag was een minimum quotum, meestal bleef het daar niet bij. Ik woog rond de 95 kilo en was 45 jaar oud. En mijn vrouw Paula had er genoeg van. Als ik mijn levensstijl niet zou veranderen was ik voor mijn vijftigste dood zo was haar stellige overtuiging. Voor mijn twee kinderen in de (bijna) puberteit was ik dus niet echt een rolmodel als vader. Er moest iets gebeuren. Zelfs ik als totale sporthater kwam tot dat inzicht.
En zo begon ik in September 2013 met het Start Running programma van JustGoo. De eerste trainingen waren zwaar, heel zwaar. Elke dag spierpijn na de training maar na enkele weken merk je dan dat je conditie toch langzaam vooruit gaat. Na een week of zes kon ik 2,5 km aan één stuk rennen waar ik daarvoor de afstand tussen twee lantaarnpalen (binnen de bebouwde kom) niet haalde.
En zo ging het gestaag verder, via het vervolg op Start Running, het Keep Running programma. Steeds een nieuw doel. Eerst 4 km Zweit veur Leid begin 2014, dan de 5 km van Maastrichts Mooiste. En dan ga je in 2015 ook eens een tien kilometer loopje proberen en schrijf je je in al je ambitie zelfs in voor de Zevenheuvelenloop die 15 km is. In 2016 volgde dan de eerste Tien Engelse Mijl bij Maastrichts Mooiste, gevolgd door dezelfde afstand in de Dam-to-Damloop van 2017. En als dat dan allemaal goed gegaan is dan wil je weten of je héél misschien ook eens een halve marathon aan zou kunnen. En inderdaad, dankzij de motiverende trainingen van JustGoo trainers Hans en Jannie en de positieve trainingsgroep waar we wekelijks mee trainden, kon ik in oktober 2017 – vier jaar na mijn eerste voorzichtige schreden op het hardlooppad – in Mallorca samen met vele andere JustGoo leden mijn eerste en welverdiende halve marathon medaille ophalen. En mijn gewicht? Dat was 10 kilo minder dan toen ik mijn ‘hardloop carrière’ begon. Vervolgens heb ik dan in 2018 de Halve Marathons van Den Haag (Maart) en Berlijn (April) gelopen.
En toen, na een perfecte halve marathon dag in Berlijn, waar Paula haar eerste HM liep, dacht ik de hele wereld of op zijn minst een hele marathon aan te kunnen. En zo heb ik ons allebei in een vlaag van overmoed (of was het verstandsverbijstering?) spontaan ingeschreven voor een hele Marathon. In Valencia moest het maar gaan gebeuren. In “El Ciudad del Running” zoals de stad zichzelf afficheert. Want zo’n eerste, en waarschijnlijke enige marathon, dat moest natuurlijk wel iets speciaals zijn. 2 december 2018 was nog lekker ver weg dus ik zou nog zat tijd hebben om te trainen, én af te vallen. En bovendien stond in oktober eerst de Halve van Amsterdam nog op het programma, .
Maar dit hele programma betekende wel dat de voorbereiding voor de hele nogal een uitdaging zou worden. Onze JustGoo trail runner en Chi Running instructeur Willem Mücher (www.Run-Real.com) wees mij op het bestaan van een alternatieve trainingsmethode, ‘sportrusten’, vastgelegd in het boek ‘De Hardlooprevolutie’ van Stans van der Poel en Koen de Jong. Zie ook www.sportrusten.nl.
Ik heb dat boek gekocht en in één keer uit gelezen. Dát was dé methode voor mij, zo was mijn overtuiging. Het concept gaat ervan uit dat meerdere korte trainingen effectiever zijn dan lange duurlopen in de aanloop naar een marathon. In beginsel duurt het programma honderd dagen en train je vier keer per week. En nu komt het: de langste duurloop is niet langer dan 14 kilometer. Het bijzondere is daarnaast dat je de trainingen op hartslag loopt. (een goede hartslagmeter is dan ook onontbeerlijk). De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de methode niet voor iedereen geschikt is. Je moet een aantal kilometers in de benen hebben en je mag niet al te zwaar zijn. Toch zijn de normen vrij ruim: je wordt geacht een tien kilometer binnen 65 minuten te kunnen lopen en je gewicht in kilo’s is niet meer dan je lengte in centimeters plus 10% minus 100. Kort gezegd, iemand van 1.80 m mag maximaal 88 kg wegen. En ook belangrijk, de methode gaat uit van het uitlopen van een marathon, niet van een toptijd. Voor prestatieve lopers is het dus niet geschikt en vanuit die hoek komt dan ook veel kritiek op deze methode. Ik als ‘evenementenloper’ voldeed aan deze criteria dus ik wilde de uitdaging aangaan. Echter, ik had geen 100 dagen! Tussen de halve marathon van Amsterdam en de voorgenomen marathon in Valencia zaten exact zes weken. En binnen die tijd moest het gebeuren.
In eerste instantie heb ik bij Willem Mücher een inspanningstest gedaan om mijn VO2 max te bepalen (in het boek staat dat verder uitgelegd maar het toont de mate waarin je lichaam in staat is zuurstof op te nemen) alsmede mijn omslagpunt. Het omslagpunt is de hartslag waarop je ongeveer een uur kunt lopen als je echt goed je best doet. Met deze gegevens en mijn resultaten uit eerdere runs heeft Willem voor mij een schema opgesteld. Het schema ging uit van vier trainingen per week, 5km, 7km en twee keer 12 km, allemaal op een verschillende hartslag. Hoe langer de training hoe lager de intensiteit en dus hartslag. Met een maximale afstand van 12 km per training lijkt het programma misschien niet al te zwaar, maar het was behoorlijk intensief. Zes weken lang stond mijn hele leven in het teken van de marathon. Vier keer per week trainen hakt er best wel in. Dus extra vroeg naar bed, gezond eten, proberen nog wat af te vallen en (dus) géén alcohol. Met JustGoo groepstrainingen op zaterdag en maandag en zelfstandige intensieve runs op woensdag en vrijdag heb ik me precies aan het schema gehouden. Ook op dagen dat het laat, koud, nat en donker was en ik er in mijn eentje op uit moest. Er zijn momenten dat je écht geen zin hebt. Dán maar op karakter, en toch de loopkleren aan en gáán. Tot de laatste week. In de voorbereiding op de marathon heb ik vanaf dinsdag rust genomen.
2 december 2018.
De dag van de marathon. Vandaag gaat het gebeuren. Kom niet echt lekker mijn bed uit. Matig geslapen, last van heupen en rug. Toch misschien iets teveel gewandeld de afgelopen twee dagen in Valencia. Maar goed, in zo’n mooie stad op je hotelkamer blijven is ook geen optie.
Om 6 uur zitten Paula en ik aan het ontbijt in ons hotel. Ik pak drie aspirines. Straks moet de endorfine het maar overnemen. Iets voor achten wandelen we met een lekker zonnetje rustig naar ons startvak. Uiteraard starten we helemaal in het achterste vak, met alle andere beginners en mensen zonder tijdsambities. Tegelijkertijd is er een tien kilometer run dus bij elkaar staan we met zo’n 30.000 lopers op een heel beperkte ruimte. Da’s best druk. Om 8:50 begint ons vak dan te bewegen en om 8:58 passeren we de startboog. Horloge aan. We zijn begonnen! De eerste kilometers loop ik met Paula mee. Paula kon door blessures niet voluit trainen dus zij heeft het halen van het 21 km punt als doelstelling. Dus ik start heel rustig. Na een kilometer of drie ‘mag’ ik los en voer ik het tempo iets op. Na km 5 komen we in tegengestelde richting een paar donkere lopers tegen. Wát? Die zijn dus al over de twintig kilometer! Lekker motiverend…
Ik loop door en na 7 km maakt het parcours een U-bocht om vervolgens een kilometer of anderhalf de tegengestelde richting te volgen. Ik zwaai naar Paula en zie even later de bezemwagen met daarachter een aantal ambulances. Ik realiseer me nu dat ik tussen echt de laatste paar honderd lopers ren. Goed, denk aan de hartslag, gewoon doorlopen. Mijn fles met een halve liter water en isostar die ik vanaf de start heb meegenomen is leeg, ik pak een energiereep en eet die al lopend op. Op dit tempo en in deze fase is vast voedsel nog te doen.
Op de verzorgingspost KM 10 neem ik een flesje water aan en ongemerkt gaan de kilometers voorbij. Ter hoogte van KM 15 melden de eerste klanten zich bij het Rode Kruis maar erg serieus ziet het er allemaal niet uit. Ik loop lekker door en begin inmiddels meer mensen in het halen. Het punt KM 21 waar Paula van plan is te stoppen loop ik bijna ongemerkt voorbij. Gaat echt soepel. Bij KM 23 het eerste echte slachtoffer. Er wordt iemand gereanimeerd. Twee ambulances, heel veel politie. Ziet er ernstig uit. (een dag later las ik in de krant dat er in totaal 17 mensen naar het ziekenhuis zijn afgevoerd waarvan twee met ernstige hartproblemen. Ik weet niet hoe het afgelopen is) Maar ik zet de knop snel om. Mijn hartslag ziet er nog prima uit. Bij KM 25 begin ik steeds meer vertrouwen te krijgen. Nog nooit heb ik verder gelopen dan 24 km en dat ook maar één keer. Dus dit PR heb ik alvast binnen. Ik pak vanaf nu elke vijf kilometer een gel. En tussendoor een magnesium preparaat want je verliest natuurlijk veel mineralen en zouten door transpiratie. Ook heb ik vanaf KM 10 elke verzorgingspost een fles water aangenomen. Heel fijn dat ze flesjes hebben van 350 ml. Veel handiger dan bekertjes. Zo kun je blijven rennen terwijl je drinkt. Intussen heb ik twee pacers in het vizier. Ik kan niet zien welke tijd ze op hun vlag hebben op die afstand maar op verversingspost KM 30 haal ik ze in. 5:00! WTF, horen die niet achteraan te lopen? Ik neem me voor in elk geval deze twee vlaggendragers voor te blijven. Dan kom ik in elk geval binnen de vijf uur binnen.
Alle marathonlopers en alle adviezen hebben het over de man met de hamer die je rond KM 30/32 tegenkomt. En die heeft er inderdaad flink op los getimmerd want ik zie nu meer mensen wandelen dan lopen. Of zelfs helemaal stuk zitten. Het Rode Kruis krijgt het steeds drukker. Maar kennelijk heeft de hamerman mij gemist want ik voel me nog steeds okay. Op dit moment weet ik het zeker: ‘ik ga het gewoon halen!’ Een zekere euforie overspoelt mij nu al en als dan ook nog ‘Highway to Hell’ van AC/DC uit de speakers schalt, ben ik niet meer te houden. Ik vlieg opeens alles iedereen voorbij. Hó, even op de rem als ik op mijn horloge kijk en uit mijn roes kom. Denk aan tempo, let op je hartslag. In de binnenstad van Valencia is het één groot feest, super enthousiast publiek dat ook de laatste lopers blijft aanmoedigen. Gelukkig heb ik ook nog het besef om ervan te genieten. Fantastisch, er is op de hele route niet één plaats waar je niet een band of andere muziek hoort.
Ik passeer het Estació del Nord en het naastgelegen Placa de Toros. Schitterende gebouwen. Rond KM 40 ter hoogte van ons hotel zie ik Paula staan. Zij heeft nog tot KM 25 gerend en is toen gelukkig in een gezonde toestand gestopt. Een high five, ik ben er bijna.
Nu begint de vermoeidheid echt wel toe te slaan. Tempo zakt iets terug. Maar ik heb dik veertig kilometer gelopen zonder stil staan of wandelen. Dan gaat me dat ook die laatste kilometers niet gebeuren. Ik zet door en dan komt daar dat onbeschrijflijke moment dat je langs die schitterende gebouwen van Calatrava op de finish afgaat. Een eindsprint zit er niet meer in maar de armen gaan wel de lucht in. Juichend ren ik de laatste honderd meter op die finish af. Ik heb het gedaan! Mijn eerste marathon. In 4:46 uur. Een gevoel dat simpelweg niet te beschrijven is. 50 jaar oud, niet dood maar een marathon gelopen!
Na de run: mijn benen zijn pijnlijk vermoeid maar verder voel ik me uitstekend. Niet alleen door de euforie van het moment maar ook omdat ik me gedisciplineerd aan mijn tempo heb gehouden. Geen pijntjes, geen blaren of schuurplekken en helemaal geen uitgeput gevoel. Voor mij heeft het schema en de coaching van Willem gewerkt.
Disclaimer: dat de sportrusten methode voor mij werkt betekent niet dat dat voor iedereen geldt. Mocht je dit hele verhaal gelezen hebben en het ook overwegen, lees het boek of win advies in en bepaal of je 100 dagen alles op alles wilt en kunt zetten om dit doel te halen. Voor mij was het het dubbel en dwars waard.